Waarom ik vóór de Europese natuurherstelwet zal stemmen
De natuurherstelwet gaat, na veel debat en onderhandelingen, de eindfase in. Dinsdag 27 februari stemt het Europees Parlement over het eindakkoord. Het is belangrijk dat de wet wordt aangenomen, zodat niet alleen de natuur versterkt wordt maar juist de landbouw zicht heeft op een duurzame toekomst. Voedselzekerheid hangt tenslotte af van sterke biodiversiteit.
De natuurherstelwet moet EU-landen ertoe aanzetten om maatregelen te nemen om de natuur te beschermen. In 2030 moet ten minste 30% van de beschermde natuurgebieden, die in slechte staat zijn, hersteld zijn. In 2040 en 2050 is dit respectievelijk 60% en 90%. Vanuit Nederland was er een grote angst voor het verslechteringsverbod. Dit verbod houdt in dat er niets mag gebeuren waardoor de staat van natuurgebieden achteruitgaat. Om een nieuw debacle zoals rond stikstof te voorkomen is dit verslechteringsverbod eruit gehaald. De bedoeling is dat landen worden beoordeeld op de inspanning die ze leveren, niet op het resultaat.
Lidstaten mogen daarnaast zelf beslissen hoe ze geld voor natuurherstel in willen zetten. Hier ligt een mooie kans voor natuurinclusieve landouw. Boeren moeten betaald worden voor groene diensten, zoals onderhoud van landschapselementen. Hiermee helpen boeren niet alleen mee aan een sterkere natuur, maar houden ze er ook een goede boterham aan over. En dan op zo’n manier dat het voor boeren ook leuk is om te doen, dus geen onnodige regeldruk. Als de boerenprotesten één ding duidelijk hebben gemaakt, is dat niemand zit te wachten op papierwerk vanuit Brussel.
Tegenstanders van de wet geven aan dat het omwille van voedselzekerheid, na de Russische invasie in Oekraïne, nu niet het moment is voor herstel van de natuur. Dat is de omgekeerde wereld. Er groeit geen fruit zonder bevruchting door insecten en een gezonde levende bodem zorgt voor sterke gewassen. Dus biodiversiteit en voedselzekerheid horen bij elkaar. En die biodiversiteit staat onder druk volgens het IPBES, een wetenschappelijk orgaan van de VN: mensen zijn verantwoordelijk zijn voor het verdwijnen van 82% van alle zoogdieren. Een miljoen plant- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Werk aan de winkel dus.
De Europese vissersbond, met 25 miljoen sportvissers, begrijpt het belang van voedselzekerheid en heeft alle Europarlementariërs laten weten dat ze hoopt dat het Europees Parlement de natuurherstelwet aanneemt. Europese aquatische ecosystemen worden namelijk enorm getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, waardoor natuurhersteldoelstellingen broodnodig zijn.
Op een aantal punten houdt de ambitie van de wet niet over. De doelstellingen voor bestuivende insecten hadden concreter en ambitieuzer gekund. Ook is het jammer dat de doelen voor vernatting van veengrond naar beneden zijn bijgesteld. Het verhogen van het waterpeil levert een belangrijke bijdrage voor het tegengaan van klimaatverandering. Droge veengrond stoot namelijk veel broeikasgassen uit. Ook concrete doelstellingen voor meer stedelijk groen zijn helaas geschrapt, omdat men dit aan lidstaten over wil laten. Terwijl het hoognodig is dat hier grote stappen in worden gezet in de hele EU. Stadsgroen helpt bij het koelen in warme zomers en het opslaan van regenwater in natte perioden. Gelukkig is wel afgesproken dat het groen in steden niet mag afnemen.
Na alle discussies over de natuurherstelwet hebben de onderhandelingen tot een akkoord geleid waarin overheden verleid worden de natuur te herstellen zonder het risico dat het land op slot komt te zitten. Dat lijkt me een resultaat om mee in te stemmen, ook al had het ambitieuzer gekund. Juist als christenen hebben we zorg voor de schepping. Dat betekent sterke natuur zodat dier- en plantsoorten kunnen overleven en daarmee een basis voor vormen voor een toekomstbestendige landbouw- en visserijsector. Een stem vóór de natuurherstelwet is dan ook een stem vóór voedselzekerheid. Ik hoop dat de meerderheid in het Europees Parlement dit ook ziet.